Op 1 juli 2022 is een nieuwe versie van het koninklijk besluit[1] dat de brandveiligheidsvereisten voor nieuw op te richten gebouwen[2] en uitbreidingen[3] van bestaande gebouwen oplegt, in werking getreden, zoals eerder gemeld in Cerga-news.

Omdat deze nieuwe versie toch wel wat veranderingen met zich meebrengt voor o.a. stookplaatsen[4], rook-en verbrandingsluchttoevoerkanalen in technische kokers[5] en gasleidingen in parkings[6], zullen we elke eis hieromtrent verduidelijken en toelichten wanneer deze al dan niet moet toegepast worden.

1. Onderscheid tussen stookplaats en andere ruimten: het verbrandingsdebiet

Toepassing:

Voor alle stookplaatsen in gebouwen en uitbreidingen van bestaande gebouwen met datum van de bouwaanvraag na 01/12/2012

Eis:

Vanaf nu wordt het gecumuleerd[7] verbrandingsdebiet van 75 kW gebruikt als grens om een onderscheid te maken tussen stookplaatsen en andere ruimten.

Het verwarmingsdebiet, ook wel calorisch debiet, belasting of ingangsvermogen genoemd met als symbool Q en als eenheid kW, is de hoeveelheid energie die per tijdseenheid naar de verbrandingskamer van het verbrandingstoestel wordt gebracht door de brandstof, uitgedrukt rekening houdend met de onderste verbrandingswaarde Hi.

Als een verbrandingstoestel meer dan één verbrandingsdebiet heeft, wordt rekening gehouden met het hoogste verbrandingsdebiet.

Copyright ATAG

2. Uitrustingen in stookplaatsen

Toepassing:

Voor alle uitrustingen die na 01/07/2022 worden geplaatst in stookplaatsen in gebouwen en uitbreidingen van bestaande gebouwen met datum van de bouwaanvraag na 01/12/2012.

Eis:

Alleen volgende uitrustingen zijn toegestaan in stookplaatsen:

  • uitrustingen die rechtstreeks betrokken zijn bij de werking van de verbrandingstoestellen;
  • elektrische toestellen bestemd voor de centrale verwarming of voor de productie van warm water, zoals elektrische warmtepompen, elektrische ketels en elektrische warmwatertoestellen;
  • uitrustingen die deel uitmaken van de centrale verwarmingsinstallatie of de warmwaterinstallatie, zoals circulatiepompen, elektriciteitsbord dat enkel de stookplaats bedient of andere elektrische uitrustingen;
  • taakgerichte uitrustingen, zoals kunstlicht, gasmeter[8] en blusmiddelen[9];
  • ventilatiesystemen die enkel de stookplaats bedienen[10];
  • waterbehandelingssystemen, zoals waterverzachters.

Aangezien uitrustingen die uitsluitend bestemd zijn voor koudeproductie en ventilatiesystemen die andere ruimten bedienen dan de stookplaats niet toegelaten zijn in deze ruimte, zijn ook luchtbehandelingscentrales er verboden. Er mag echter wel een warmtepomp geïnstalleerd worden die zowel warmte als koude kan produceren.

3. Leidingen en kanalen in stookplaatsen

Toepassing:

Voor alle leidingen en kanalen die na 01/07/2022 worden geplaatst in stookplaatsen in gebouwen en uitbreidingen van bestaande gebouwen met datum van de bouwaanvraag na 01/07/2022.

Eis:

Leidingen voor gas, fluïda, vaste stoffen, elektriciteit of elektromagnetische golven en ventilatie-, rook- en verbrandingsluchttoevoerkanalen zijn alleen toegelaten als zij slechts dienen voor de werking van de uitrustingen die in deze stookplaatsen geïnstalleerd zijn.

Water- en waterafvoerleidingen zijn toegelaten in deze stookplaatsen.

Elke andere leiding is verboden in stookplaatsen.

4. Energietoevoer van stookplaatsen

Toepassing:

Voor alle stookplaatsen in gebouwen en uitbreidingen van bestaande gebouwen met datum van de bouwaanvraag na 01/12/2012 waarin één of meerdere verbrandingstoestellen geïnstalleerd of gemoderniseerd werden na 01/07/2022.

Eis:

De energietoevoer (elektrisch en gas[11]) van de stookplaats is uitgerust met een automatische uitschakeling. De automatische uitschakeling van de gastoevoer wordt verzekerd door een magneetafsluiter die zich bevindt in de stookplaats waar de gastoevoerleiding binnenkomt ofwel in open lucht.

De automatische uitschakeling van de energietoevoer wordt als volgt gestuurd:

  • automatisch bij de detectie van een gaslek in de stookplaats ;
  • automatisch bij de detectie van een brand in de stookplaats;
  • automatisch bij een defect aan de energiebron, de voeding of de bediening (toestel met positieve veiligheid).

Bovendien moet het mogelijk zijn om de energietoevoer (elektrisch en gas) manueel uit te schakelen via een bediening gelegen buiten de stookplaats. De manuele uitschakeling van de gastoevoer wordt verzekerd door een handmatig bediende sectioneerkraan voorzien in de gastoevoer naar de stookplaats, zodat de gastoevoer van buiten de stookplaats, op een bereikbare plaats buiten het gebouw of een ruimte binnen het gebouw waartoe men toegang heeft zonder sleutel, op een afstand van maximum 20 m van de stookplaats, zonder hulpmiddelen kan worden bediend in geval van nood.

De kraan van de gasmeter of tussengasmeter kan de functie van deze sectioneerkraan vervullen indien aan bovenstaande voorwaarden voldaan is.

5. Verluchting van stookplaatsen

Toepassing:

Voor alle stookplaatsen in gebouwen en uitbreidingen van bestaande gebouwen met datum van de bouwaanvraag na 01/07/2022

Eis:

De stookplaats moet voorzien worden van een onder- en bovenverluchting van elk minstens 400 cm². Deze verluchtingsopeningen verbinden de stookplaats met de open lucht, hetzij rechtstreeks, hetzij via een kanaalstelsel.[12] De verluchtingsopeningen mogen uitgerust worden met gemotoriseerde verluchtingskleppen.

Deze verluchtingen zijn een vereiste voor de brandveiligheid van de stookplaats (om een concentratie van brandbare gassen te vermijden) en is in alle omstandigheden een minimumvereiste.

AANDACHT: Ook de ventilatie-openingen voor de goede werking van de verbrandingstoestellen volgens de geldende norm moeten berekend worden. Het is dus mogelijk dat grotere ventilatieopeningen nodig zijn na berekening volgens §7 van de NBN/DTD B 61-001:2021.

6. Verbrandingstoestellen in trappenhuizen en evacuatiewegen

Toepassing:

Voor alle verbrandingstoestellen die na 01/07/2022 worden geplaatst in trappenhuizen en evacuatiewegen in gebouwen en uitbreidingen van bestaande gebouwen met datum van de bouwaanvraag na 01/12/2012.

Eis:

Verbrandingstoestellen mogen niet worden geïnstalleerd in trappenhuizen en evacuatiewegen.

7. Rook- en verbrandingsluchttoevoerkanalen in technische kokers

Toepassing:

Voor alle rook- en verbrandingsluchttoevoerkanalen die na 01/07/2022 worden geplaatst in technische kokers in gebouwen en uitbreidingen van bestaande gebouwen met datum van de bouwaanvraag na 01/12/2012.

Eis:

De rookkanalen:

  1. moeten dezelfde brandweerstand hebben als vereist is voor de technische kokers;
  2. OF worden in een eigen technische koker geplaatst;
  3. OF worden in een technische koker geplaatst die gedeeld wordt met andere leidingen en kanalen, maar daarvan gescheiden is door een wand EI 30.

In de gevallen 2 en 3 mogen de verbrandingsluchttoevoerkanalen in dezelfde koker of deel van koker worden geplaatst als de rookkanalen.

Het ontwerp, de installatie en de uitvoering van de rook- en verbrandingsluchttoevoerkanalen voldoen aan de regels van goed vakmanschap en aan de geldende normen terzake.

De doorvoeringen van brandwerende wanden door rook- en verbrandingsluchttoevoerkanalen moeten ontworpen en uitgevoerd zijn volgens de regels van goed vakmanschap en aan de geldende normen terzake (zie o.a. TV 254 van Buildwise (voorheen WTCB) en Cerga-bijscholing 2020).

8. Installaties voor opslag en drukreductie van vloeibaar petroleumgas

Toepassing:

Voor alle installaties voor opslag en drukreductie van vloeibaar petroleumgas die na 01/07/2022 worden geplaatst in gebouwen en uitbreidingen van bestaande gebouwen met datum van de bouwaanvraag na 01/12/2012.

Eis:

De installaties voor opslag en drukreductie van vloeibaar petroleumgas, gebruikt voor de verwarming van het gebouw en de productie van warm water, liggen buiten het gebouw.
Deze eis is niet van toepassing op de individuele tweedetrapsdrukregelaar(s) onmiddellijk vóór het verbrandingstoestel van een installatie met dubbele ontspanning die voldoet aan de eisen van de norm NBN D 51-006.

9. Gasleidingen in parkings

Toepassing:

Voor alle gasleidingen die na 01/07/2022 worden geplaatst in parkings in gebouwen en uitbreidingen van bestaande gebouwen met datum van de bouwaanvraag na 01/12/2012.

Eis:

Gasleidingen mogen in een parking geplaatst worden onder volgende voorwaarden:

  • De gasleidingen zijn uit staal en gelast. Ook het PLT-gasbuissysteem kan in een parking worden gebruikt op voorwaarde dat de buis uit één stuk bestaat en er dus geen verbindingen zijn van de PLT-gasbuizen.
  • De gasleidingen zijn beschermd tegen eventuele schokken afkomstig van voertuigen. De nodige aandacht is aanbevolen bij doorgangen onder balken en boven parkeerplaatsen waar extra bescherming mogelijk aangewezen is.
  • De gasleidingen worden boven de circulatiewegen geplaatst. Wanneer de binnenkomende of verticale aansluiting zich toch boven een parkeerplaats bevindt, dan is een verbindingsleiding naar de leidingen boven de circulatiewegen toegestaan.
  • Er moet een afsluitkraan voor de gasvoorziening zijn aan de buitenzijde van het parkeercompartiment die door de brandweer kan worden gebruikt.

Je vindt de gecoördineerde versie van dit koninklijk besluit via de volgende link.

Voetnoten

[1] Koninklijk Besluit tot wjiziging van het KB van 7 juli 1994 dat de basisnormen vastlegt voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.

[2] Welke gebouwen vallen niet onder het KB “Brand”?

  • Eengezinswoningen;
  • Zeer kleine lage gebouwen met maximaal twee bouwlagen en een totale oppervlakte ≤ 100 m²;
  • Industriegebouwen met slechts één bouwlaag en een totale oppervlakte ≤ 100 m²;
  • Industriële Installaties en activiteiten die niet in gebouwen gelegen zijn;
  • Uitbreidingen van bestaande gebouwen die niet onderhevig zijn aan een stedebouwkundige vergunning.

[3] Beperkt tot het gedeelte van de uitbreiding

[4] Stookplaats = lokaal waarin één of meerdere verbrandingstoestellen bestemd voor de centrale verwarming of voor de productie van warm water geïnstalleerd zijn, met een gecumuleerd verbrandingsdebiet van minimaal 75 kW

[5] Hoofdstuk 4 “De stookafdelingen” van bijlage 7 uit het KB

[6] Hoofdstuk 3.6.3 “Gasleidingen” van bijlage 7 uit het KB

[7] Het gecumuleerd verbrandingsdebiet is de som van de verbrandingsdebieten van alle verbrandingstoestellen aanwezig in de stookplaats.

[8] Controleer bovendien bij de DNB of de opstelling van zijn aardgasmeter in een stookplaats toegelaten is

[9] Deze taakgerichte uitrustingen en blusmiddelen zijn ook toegestaan in brandstofopslagruimtes

[10] Deze ventilatiesystemen die enkel de stookplaats bedienen, zijn ook toegestaan in brandstofopslagruimtes

[11] Zowel voor gasvormige brandstoffen lichter als zwaarder dan lucht

[12] Bijlage 7 § 4.5.2.2 van het KB (bevat voorschriften rond de plaats van deze verluchtingsopeningen alsook over het verloop van eventuele kanalen.

[13] Uitgezonderd indien aandachtspunt vermeld bij eis 5 “Verluchting van de stookplaats” van toepassing is.

Print Friendly, PDF & Email
SHARE

Zoeken

Meer berichten